top of page

Gebergtevorming is een gevolg van platentektoniek; de bewegingen van platen naar elkaar toe (convergent), van elkaar af (divergent) en langs elkaar (transform). Bij al deze bewegingen kan een gebergte gevormd worden, hoewel dit meestal het gevolg is van convergente bewegingen.

Hoe worden gebergten gevormd?

Transform

Transforme plaatgrenzen vormen aan het aardoppervlak stelsels van zijschuivingen. Omdat het langs elkaar bewegen van twee stukken aardkorst een grote hoeveelheid wrijving oproept, vindt de beweging in de bovenste delen van de korst in plotselinge stappen plaats, waarbij alle opgebouwde energie in de vorm van aardbevingen vrijkomt.

Een veelvoorkomend type transforme plaatgrens zijn transformbreuken, relatief korte onderbrekingen in mid-oceanische ruggen. De best bekende transforme plaatgrenzen liggen echter op het land, zoals de San Andreasbreuk (Noord-Amerika).

Platentektoniek kaart

Divergent

3) Waar twee oceanische platen bij elkaar komen, zal er één onder de ander subduceren. Hierbij kan een vulkanische eilandboog ontstaan. Voorbeelden van eilandbogen zijn Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden (Amerika) en de Aleoeten (Amerika)De subductie-gerelateerde eilandbogen liggen van boven gezien meestal in een gekromde boog, tussen de eilandboog en erachter gelegen continenten kan extensie plaatsvinden, dit is dan een bekken.

2) Waar twee continentale platen tegen elkaar aan botsen, worden de twee ongeveer even dichte platen tegen elkaar opgeduwd, waarbij een gebergte wordt gevormd. Voorbeelden hiervan zijn de Himalaya (Zuid-Azië) en het Pontisch gebergte (Turkije). Een tektonische plaat kan zowel continentale als oceanische lithosfeer bevatten. Continentale lithosfeer is echter te dik en licht om gemakkelijk te kunnen subduceren, zodat er  korstverdikking door gebergtevorming optreedt, waarna de convergente beweging van de twee platen uiteindelijk zal stoppen.

 

Waar twee platen uit elkaar bewegen, beweegt de asthenosfeer omhoog en wordt door plutonisme en vulkanisme nieuwe (oceanische) lithosfeer aangemaakt. De meeste divergente plaatgrenzen zijn mid-oceanische ruggen, maar ook intercontinentale riften zijn divergente plaatgrenzen. Voorbeelden hiervan zijn de Gakkelrug en de Oost-Afrikaanse rift.

Als twee platen naar elkaar toe bewegen zal één plaat onder de andere subduceren/schuiven, hierbij zijn er drie verschillende mogelijkheden:

 

1) Als een oceanische plaat tegen een continentale plaat aan botst, zal de zwaardere oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat duiken. Dit heet subductie. Hierbij kunnen door vulkanisme gebergten worden gevormd. Er wordt ook een smalle, erg diepe kloof in de zeebodem gevormd (trog). Behalve de subductie en de trog ontstaat er voor het continent een ondiepe zee met dikke lagen sediment. Omdat de ligging van de subductiezone onder het continent nauwelijks verandert, kunnen zo lange gebergteketens ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn het gebied rond de Andes (Zuid-Amerika) en het Cascadegebergte (Amerika/Canada).

Convergent

 

Plate Tectonics Song -
00:0000:00

Milou Benedictus & Lotje Mulder

V5

bottom of page